Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar er is absoluut geen reden om consensus als 'goed' op zich te beschouwen. Gezonde instellingen zouden in staat moeten zijn om krachtige onenigheid te faciliteren, vooral ten dienste van kritisch begrip met betrekking tot de kernmissies van de instelling. Het is onmiskenbare lafheid en een falen in institutioneel leiderschap wanneer de werking van de instelling ondergeschikt wordt gemaakt aan een 'behoefte aan consensus.'