“De Originele Blockchain van Kunst?” Voor Ethereum was er Lucy Lippard. Haar boek uit 1973 "Zes Jaar: De Dematerialisatie van het Kunstobject" documenteerde een radicale periode waarin kunstenaars stopten met het maken van objecten en begonnen met het maken van ideeën. Van 1966 tot 1972 werkten conceptuele kunstenaars met tekst, acties, instructies en vluchtige documentatie. Een getypte notitie, een foto van een vluchtige gebeurtenis, zelfs een gerucht kon het kunstwerk zijn. Eigendom rustte niet in het object zelf, maar in de erkenning van de gemeenschap van de betekenis ervan. Als dit bekend klinkt, dan zou het dat moeten zijn. Blockchain en NFT's functioneren op een opmerkelijk vergelijkbare manier. Waarde komt niet voort uit wat je fysiek bezit, maar uit wat is vastgelegd, waarover is overeenstemming bereikt en wat is gevalideerd. Een smart contract is niet zo verschillend van LeWitt's instructies: beide schetsen de voorwaarden waaronder een kunstwerk bestaat (poke @montabonel). Voor de traditionele kunstwereld biedt Lippard's chroniek perspectief. Deze debatten over immaterialiteit zijn niet nieuw; de grond is eerder verschoven. In de jaren '60 lachten verzamelaars om het idee om een certificaat of een fotokopie van een tekstblad te kopen. Vandaag de dag zijn diezelfde werken gekoesterde bezittingen, met eerbied tentoongesteld. Dus misschien is de echte inzicht dit: kunst is altijd al gebaseerd geweest op vertrouwen. Vertrouwen in de kunstenaar, vertrouwen in de gemeenschap, vertrouwen in het verhaal dat iets waardevol maakt. De blockchain heeft dat idee niet uitgevonden; het heeft het simpelweg een nieuw medium gegeven.