De huidige conflicten tussen Thailand en Cambodja duren al een tijdje en worden steeds abstracter, zo abstract dat ze uiteindelijk volledig zijn doordrenkt met een zeer sterke culturele sfeer van Zuidoost-Azië. Wat recent het meest opvalt, zijn niet de tanks of raketten, maar de grote luidsprekers die de Thaise kant 's nachts aan de grens gebruikt om spookgeluiden te maken. Op het eerste gezicht lijkt het erg magisch, maar als je erover nadenkt, is het eigenlijk best realistisch. Zuidoost-Azië is van nature een plek waar religie, folklore en verhalen over geesten diep geworteld zijn. Als je doel niet is om te vernietigen, maar om het strijdgebied te ontruimen en bewoners te verdrijven, dan is deze psychologische intimidatie eigenlijk de goedkoopste en minst risicovolle manier. Mensen wegjagen is beter dan ze op te blazen; dit is in het morele kader van moderne oorlogvoering een grijs maar 'logisch' keuze. Je kunt zeggen dat dit psychologische oorlogsvoering is, of dat het is om burgerdoden te voorkomen; hoe dan ook, er vallen geen doden, er is geen bloedvergieten, maar er wordt wel voortdurende druk uitgeoefend. Cambodja heeft deze zaak bij de Verenigde Naties aanhangig gemaakt, wat eerlijk gezegd niet verrassend is, maar het heeft ook een vleugje zwarte humor. De VN kan vaak zelfs echte grensconflicten niet bemiddelen, laat staan beslissen of 's nachts spookgeluiden maken als een overtreding kan worden beschouwd. Maar of het succesvol is of niet, is niet belangrijk; wat belangrijk is, is dat ze het verhaal in handen krijgen en het label 'burgers lastigvallen' en 'psychologische intimidatie' op de tegenstander plakken, om zo een voordeel te creëren voor toekomstige onderhandelingen. Aan de Thaise kant is men zich hier ook van bewust; spookgeluiden zijn slechts een middel. De echte morele houvast ligt in de strijd tegen oplichting. Zolang de doelwitten altijd gericht zijn op oplichting, casino's en de grijze en zwarte industrieën die wereldwijd al verafschuwd worden, staat men automatisch op een moreel hoogtepunt in de internationale publieke opinie. De strijd tegen oplichting is op zichzelf al politiek correct. Maar er is één voorwaarde: het moet voldoende nauwkeurig worden uitgevoerd. Zodra er beelden van burgerdoden of gecontroleerde arbeiders opduiken, zal het morele voordeel onmiddellijk omkeren, en zal de 'rechtvaardige actie' onmiddellijk worden verpakt als een militaire uitbreiding onder het mom van een excuus. Dus dit conflict lijkt vanaf het begin niet op een traditionele oorlog, maar meer op een informatieoorlog en een morele strijd die zich in een militair jasje hult. De grensfricties zijn echt, de escalatie van het vuur is ook echt, maar waar beide partijen echt om strijden, is niet wie het sterkste vuur heeft, maar wie het beste verhalen kan vertellen en wie beter in staat is om een 'rechtvaardige' positie in het internationale systeem en de publieke opinie te veroveren. Spookgeluiden zijn slechts een zeer kenmerkend en extreem goedkoop tactisch symbool. In dit tijdperk kunnen granaten slechts de helft van de problemen oplossen; de andere helft wordt vaak overgelaten aan de luidsprekers van de publieke opinie, camera's, rapporten en de vergaderzalen van de Verenigde Naties.