Een Reflectie op de Kleine Dingen (Waarom we naar Boston verhuizen) Je gaat je ouders 15 keer meer zien voordat ze sterven. In 2021 veranderde die simpele uitspraak, die later de openingszin van mijn boek werd, mijn leven. Mijn vrouw en ik woonden toen in Californië, 3.000 mijl van onze ouders. Ik was daar al 12 jaar – een honkbalbeurs had me naar het Westen gebracht, en daarna had een lucratieve baan me daar gehouden. Op veel manieren voelde dat goed. Als je opgroeit, als je het geluk hebt gezonde ouders te hebben, is je standaardveronderstelling dat ze onsterfelijk zijn. Natuurlijk weet je dat ze dat niet zijn, maar het idee van sterfelijkheid wordt een conceptueel of intellectueel iets, geen viscerale realiteit waar je echt over hebt nagedacht. Naarmate je ouder wordt, realiseer je je: De antwoorden die je zoekt in het leven, vind je in de vragen die je vermijdt. Toen ik werd geconfronteerd met die simpele rekensom – van het aantal momenten dat ik nog met mijn ouders had – dwong het me om een van die vragen te confronteren die ik had vermeden. Wat waren mijn echte prioriteiten? En waren mijn acties in lijn met die prioriteiten? Je ziet, er zijn twee soorten prioriteiten in het leven: 1. De prioriteiten die we zeggen dat we hebben; en 2. De prioriteiten die onze acties laten zien dat we hebben. En vaak is er een grote kloof tussen de twee. Ik weet het. Ik leefde het. Je leven verbetert naarmate je in staat bent die kloof te dichten. Maar je kunt het niet dichten totdat je erkent dat het überhaupt bestaat. Ik zag de kloof en wist dat als er niets veranderde, we zouden eindigen met een leven dat we nooit wilden....