door geloof koninkrijken veroverd, rechtvaardigheid gehandhaafd, beloften verkregen, de monden van leeuwen gestopt, de kracht van vuur gedoofd, de snede van het zwaard ontvlucht, sterk gemaakt uit zwakte, machtig geworden in oorlog, buitenlandse legers op de vlucht gejaagd. (Hebreeën 11:33–34)