De Ruiters Wie betreedt deze vlakke gouden landen, De vlakke velden van mist en lucht, En rollende bergen in overvloed En torens van schemering daar? Geen sterfelijk voet strijkt daar rond, Geen boogschutter woont in de toren, Maar voeten te luchtig voor onze wegen Gaan op en neer over hun heuvels en dalen. De mensen uit oude romantiek, En mensen die nooit zijn geweest, En degenen die op de grens dansen Tussen oude geschiedenis en tussen. Weergalmende fabel, zoals de koning Die zijn hof hield in Camelot. Daar dwaalt Guinevere rond En daar de ridder Sir Lancelot. En bij die witte afgrond, Zo steil als Roncesvalles, en meer, Binnen een inch van de fantasie, Rijdt Roland de onvergelijkelijke ten strijde. En slechts de punt van Quixote's speer, De grootste van hen allemaal, veruit, Is hier zeker zichtbaar! Maar nee, het is de Avondster. -Lord Dunsany
1,84K